Pingpongen
Pingpongen is een techniek om samen op Verwonderingsvragen te komen. Je pakt een pen, bal of ander voorwerp, noemt een woord uit het thema en geeft het voorwerp aan een ander. Die noemt een nieuw woord en geeft het voorwerp weer terug. Ga zo even door. Verander dan het woord in een vraag over het thema, de ander geeft geen antwoord, maar bedenkt een nieuwe vraag.
Meemaakboekje
In DaVinciās Meemaakboekje kun je beschrijven wat je allemaal meemaakt in het thema. Jij bent de maker van het thema en niet alleen de uitvoerder. We gaan in het Meemaakboekje de 4 stappen van de Procescirkel door: oriĆ«nteren, plannen, uitvoeren en evalueren & beoordelen.
Processtrook
DaVinci's Processtrook helpt je stapsgewijs door het proces van het maken van het Themawerk. We gaan uit van de 4 fasen van de Procescirkel: oriƫnteren, plannen, uitvoeren, evalueren & beoordelen.
Je kunt ook een lege strook papier gebruiken en die in gelijke delen gevouwen is. Elke keer als er een nieuwe
stap in het proces gezet wordt, teken of schrijf je dit op een volgend deel.
Helikoptermodel Themawerk
DaVinci's Helikoptermodel Themawerk is een werkblad dat je stapsgewijs door het proces van het maken van het Themawerk helpt. We gaan uit van de 4 fasen van de Procescirkel: oriƫnteren, plannen, uitvoeren, evalueren & beoordelen.
Dominodenken
Je gaat met twee of meer gezellen op elkaars ideeƫn doordenken. Vouw een A4-vel in drieƫn. Persoon A zet bovenaan elke kolom een idee, onderwerp of Verwonderingsvraag. Persoon B (en C en D en ..) denkt daarop door en zet een idee of verwonderingsvraag eronder. Dit gaat zo een aantal rondes door tot er
voldoende ideeƫn en Verwonderingsvragen zijn bedacht.
Je kunt ook het werkblad Dominodenken gebruiken.
Verwonderingsvragenvlag
DaVinci's Verwonderingsvragenvlag heeft 8 categorieĆ«n waarover je vragen kunt beantwoorden. Je kunt de vlag op de grond leggen en er een voorwerp op leggen waarover je je verwondert. Dit voorwerp verplaats je steeds naar een volgende categorie. Het is hetzelfde als de achterkant van de Verwonderingsvragenkaart.Ā
Vroeger/nu/later
Zet het onderwerp in een andere tijd. Bijvoorbeeld: hoe bouwden ze vroeger een piramide? Hoe zouden ze dat tegenwoordig doen? Welke middelen zal men inzetten? En hoeĀ zouden ze dat in de toekomst doen?
Op een andere plaats
Zet het onderwerp op een andere plek. Bijvoorbeeld: wat doet een Nijlkrokodil als we
hem in de Maas uitzetten? Wat gaat hij eten? Vindt hij het klimaat fijn? Welke kant gaat
hij op zwemmen? Hoe kunnen we een Nijlkrokodil op de maan laten leven? Wat is daar
voor nodig?
Opdelen in stukken
Neem een onderdeel van het onderwerp. Bijvoorbeeld: we willen niet aan de slag met
een hele fiets, maar we pakken alleen een wiel. Wat gaan we ermee doen? Wat kunnen
we ermee? Hoe gaan we het gebruiken?
Groter/kleiner/niet
Maak het onderwerp groter, kleiner (bijvoorbeeld in aantallen) of haal het weg. Wat doen we met koeien als er ineens 25 miljoen in Nederland zijn? Waar gaan we ze laten? Moeten er andere verblijven komen? Wat doen we met koeien als er maar 2 in Nederland zijn? Of als er helemaal geen koeien zouden zijn?
Ander hoofd
Denk met het hoofd van een ander. Hoe zou koning Willem-Alexander een lamp vervangen? Of hoe zou Pipi Langkous dat doen? Welke hulpmiddelen zouden ze inzetten? Zouden ze dat alleen doen of met andere mensen?
Andere toepassing
Bedenk een andere toepassing voor het onderwerp. Waar zouden we een vork nog meer
voor kunnen gebruiken dan alleen ermee te eten? Wat zouden we met autoās kunnen
doen behalve ze te gebruiken als vervoersmiddel?
Omgeving verandert
Verander de omgeving van het onderwerp. Wat zou er gebeuren met jou als de zwaartekracht wegvalt? Hoe zou je dag eruit zien? Welke aanpassingen zou je moeten maken? Kun je alles doen wat je nu ook doet?
Foute oplossing
Bedenk de meeste foute oplossing. Wat moet je vooral niet doen als je minder aardbevingen wilt krijgen? Wat moet je vooral niet doen met een ijsbeer?
Verwonderingsvragenkaart met werkblad
DaVinci's Verwonderingsvragenkaart heeft 8 categorieƫn waarover je Verwonderingsvragen kunt bedenken en beantwoorden. Dit kun je alleen doen of samen. Je kunt het bijbehorende werkblad invullen. Het is hetzelfde als de Verwonderingsvragenvlag, maar dan kleiner.
Vroeger/nu/later
Zet het onderwerp in een andere tijd. Bijvoorbeeld: hoe bouwden ze vroeger een piramide? Hoe zouden ze dat tegenwoordig doen? Welke middelen zal men inzetten? En hoe zouden ze dat in de toekomst doen?
Op een andere plaats
Zet het onderwerp op een andere plek. Bijvoorbeeld: wat doet een Nijlkrokodil als we
hem in de Maas uitzetten? Wat gaat hij eten? Vindt hij het klimaat fijn? Welke kant gaat
hij op zwemmen? Hoe kunnen we een Nijlkrokodil op de maan laten leven? Wat is daar
voor nodig?
Opdelen in stukken
Neem een onderdeel van het onderwerp. Bijvoorbeeld: we willen niet aan de slag met
een hele fiets, maar we pakken alleen een wiel. Wat gaan we ermee doen? Wat kunnen
we ermee? Hoe gaan we het gebruiken?
Groter/kleiner/niet
Maak het onderwerp groter, kleiner (bijvoorbeeld in aantallen) of haal het weg. Wat doen we met koeien als er ineens 25 miljoen in Nederland zijn? Waar gaan we ze laten? Moeten er andere verblijven komen? Wat doen we met koeien als er maar 2 in Nederland zijn? Of als er helemaal geen koeien zouden zijn?
Ander hoofd
Denk met het hoofd van een ander. Hoe zou koning Willem-Alexander een lamp vervangen? Of hoe zou Pipi Langkous dat doen? Welke hulpmiddelen zouden ze inzetten? Zouden ze dat alleen doen of met andere mensen?
Andere toepassing
Bedenk een andere toepassing voor het onderwerp. Waar zouden we een vork nog meer
voor kunnen gebruiken dan alleen ermee te eten? Wat zouden we met autoās kunnen
doen behalve ze te gebruiken als vervoersmiddel?
Omgeving verandert
Verander de omgeving van het onderwerp. Wat zou er gebeuren met jou als de zwaartekracht wegvalt? Hoe zou je dag eruit zien? Welke aanpassingen zou je moeten maken? Kun je alles doen wat je nu ook doet?
Foute oplossing
Bedenk de meeste foute oplossing. Wat moet je vooral niet doen als je minder aardbevingen wilt krijgen? Wat moet je vooral niet doen met een ijsbeer?